Goena-goena – P.A. Daum2 min read

Goena-goena is de Indonesische variant van hekserij, die nog steeds heel bekend is op Java. Op Instagram en andere media rouleren filmpjes, waarin je ziet hoe iemand van lappen twee poppen heeft gemaakt, een man en een vrouw, waarna hij de pop die de man verbeeldt met grote spelden in het hart steekt.

In de tweede helft van de negentiende eeuw werkten dit soort praktijken sterk op de verbeelding van de kolonialen in Nederlands-IndiëGoena-goena verscheen in een voorpublicatie als feuilleton onder het pseudoniem ‘Maurits’ in de krant van P.A. Daum in 1887. Dertien jaar later volgde Louis Couperus met De stille kracht.

De Nederlanders, zowel in Indië als in het moederland, waren kennelijk dol op dit soort verhalen over de toverij van die onverstoorbare ‘inlanders’ met hun donkere, fonkelende ogen. Vermoedelijk speelde hun kwaad geweten hen daarbij parten. Verder was het spiritisme in zwang. In Goena-goena beschrijft Daum het oproepen van geesten, met dansende tafels en al, door Hollandse notabelen.

Het is weer een echte Daum, en hoewel de gebeurtenissen voor mij na lezing van de eerdere romans van ‘Paatje’ wel voorspelbaarder zijn geworden, blijft het genieten. Kenmerkend voor Daum is de koele berekening van huwelijks-kandidaten in de geïsoleerde Nederlandse gemeenschap in de tropen, waarbij geld en aanzien een veel grotere rol spelen dan liefde. En gaat het niet om status of kapitaal, dan is het wel ijdelheid die de doorslag geeft.

Intussen wordt er weer heel wat afgeroddeld:

Want, beminnelijk als altijd, trok de goede genius van de laster dadelijk de grofste conclusiën, en waren het de fatsoenlijkste mensen, die het eerst de gemeenste gevolgtrekkingen maakten.

Net als later bij Louis Couperus wordt in Goena-goena de naïeve gehuwde, zich niet bewust van de ontrouw van de partner, door de roddelaars ‘gewaarschuwd’ door middel van anonieme brieven.

Typerend voor de negentiende eeuw zijn de generalisaties die de schrijver zich nog kan permitteren, in de trant van ‘als inlander zag hij niets van de onzindelijkheid’ of ‘als vrouw stelde zij temperament meer op prijs dan logica.’

De lezers van het feuilleton smulden van de verwikkelingen, inclusief de ondergang van de hoofdpersonen. Maar zagen zij ook dat Daum hen juist hiermee een spiegel voorhield?

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *