Harer Majesteits loyaalste onderdaan – Sytze van der Zee4 min read
In Harer Majesteits loyaalste onderdaan beschrijft Sytze van der Zee het leven van Francois van ’t Sant (1883-1966), die ruim veertig jaar een vertrouweling van de Oranjes was, onder meer van Wilhelmina tijdens haar ballingschap in Londen vanwege de oorlog.
Geboren als zoon van een armlastige dominee, met niet meer opleiding dan de driejarige ULO, maakte Van ’t Sant bliksemsnel carrière bij de politie. Hij schopte het tot hoofdcommissaris in Den Haag. Vanuit deze positie schonk koningin Wilhelmina hem het vertrouwen om de escapades van prins-gemaal Hendrik discreet op te lossen. De rest van zijn leven zou hierdoor worden bepaald.
Van ’t Sant verloor zijn eer, maar verwierf het vertrouwen van de Oranjes. Hij werd een rijk man en kocht daarmee een aantal kapitale huizen in Den Haag. Voor honderdduizend gulden liet hij Huize Windekind bouwen aan de Nieuwe Parklaan 76. Ik ben hier vaak langs gereden van en naar Scheveningen en het pand trok altijd mijn aandacht door de architectuur en de naam, naar een boek van Frederik van Eeden.
Hoe kwam de hoofdcommissaris aan de centen voor deze statige villa? Een zaak waarbij een jonge moeder in het geheim veel geld eiste voor een buitenechtelijk kind kwam aan het licht en Van ’t Sant werd door kwade tongen beticht van malversaties. Hij raakte zijn baan en goede naam kwijt, maar verwierf de loyaliteit van de koningin. Achteraf is aannemelijk dat hij zijn mond hield om betrokkenheid van prins Hendrik onder de pet te houden.
Zelfs een halve eeuw later bemoeide minister-president Van Agt zich er persoonlijk mee om geschiedschrijving door Loe de Jong over de affaire tegen te houden. Het argument was dat het zo vervelend zou zijn voor de nazaten (Juliana, Beatrix enzovoorts) om te lezen over de scheve schaatsen van Hendrik. De Jong hield zijn poot stijf, maar verdoezelde een en ander wel met eufemistische taal. Waar hij bijvoorbeeld doelde op het hoerenbezoek van de prins-gemaal schreef hij nu dat Hendrik behoefte had aan menselijk contact.
Als hoofd beveiliging van Wilhelmina en baas van de juist opgerichte geheime dienst was Van ’t Sant een van de meest invloedrijke figuren in het Nederlandse kamp in Londen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Maar de affaire waardoor hij zijn betrekking als hoofdcommissaris kwijtraakte bleef hem achtervolgen.
Huize Windekind was intussen geconfisqueerd door de Duitsers en de beruchte SS-Sturmbannführer Franz Fischer (later een van de Vier van Breda) richtte er een folterkamer in om door bekentenissen en verraad zo veel mogelijk ondergedoken Joden op te sporen. Ik zal het huis voortaan met andere ogen bekijken.
Een van de opmerkelijkste verhalen uit het boek is het relaas van de mislukte staatsgreep in Nederland (!) op 24 april 1947. Deze werd beraamd door een groep oud-verzetstrijders uit onvrede over het Akkoord van Linggadjati, waarmee (even simpel gezegd) Indonesië onafhankelijk werd. Men zag dit als ‘verminking van de Rijkseenheid’ en kreeg de steun van de legertop en oud-premier Gerbrandy. Erik ‘soldaat van Oranje’ Hazelhoff Roelfzema was een van de samenzweerders. Het plan was de regering af te zetten en de macht over te nemen. Om te laten zien dat het menens was, wilde men PvdA-leider Koos Vorrink doodschieten. De enige reden dat dit niet is gebeurd, is dat Vorrink niet thuis was op het moment dat het moordeskader aanbelde. Direct daarna werd het hele plan afgeblazen.
Deze op het nippertje mislukte poging tot staatsgreep is vanaf dezelfde dag in de doofpot gestoken en nooit werd er meer over gesproken. De samenzweerders hebben nimmer verantwoording hoeven afleggen. Gerbrandy werd daarna met de grootste egards behandeld en kreeg eervolle opdrachten van het kabinet; Hazelhoff wordt tot op de dag van vandaag als een nationale held geëerd in boeken, films en musicals. Hoe kan dit? Was het misschien omdat prins Bernhard erbij was betrokken? Van der Zee schrijft er niet over, maar het lijkt me plausibel.
Wel schrijft Van der Zee hoe Bernhard grote sommen geld lospeuterde van (de voorlopers van) Shell en AkzoNobel om te schenken aan een radicale moslimorganisatie die zich tegen Soekarno had gekeerd. Er werd zelfs gesproken van wapenleveranties. Het krankzinnige plan was dat deze moslimterroristen samen met de paus zouden optrekken tegen ‘het voortschrijdende bolsjewisme’. Deze organisaties, zoals Daroel Islam, vochten ook tegen het Nederlandse leger. Het is de vraag hoeveel extra Nederlandse dienstplichtigen door deze idiote actie het leven hebben gelaten (zie ook Het peloton van Ben Laurens).
Hoewel diverse bronnen verloren zijn gegaan heeft Sytze van der Zee veel boven water gekregen. Dit moet een geweldige klus zijn geweest. Het heeft geleid tot een vlot geschreven en zeer interessant boek dat meer aandacht verdient.
Recente reacties