Oblomov – Ivan Gontsjarov2 min read
Zodra hij ’s morgens was opgestaan en had ontbeten, strekte hij zich op de divan uit, steunde zijn hoofd in de hand en dacht na met inspanning van al zijn krachten, totdat zijn hoofd tenslotte van deze zware arbeid vermoeid raakte en zijn geweten hem zei, dat hij die dag voldoende voor het algemeen welzijn had gedaan.
Oblomov vermeit zich in dagdromen. Net als Kees de jongen fantaseert hij over grootse daden en wat de mensen dan zullen zeggen: ‘Kijk, daar gaat Oblomov, onze beroemde Ilja Iljitsj Oblomov!’ Maar ondertussen komt hij de bank niet af. Als hij iets nodig heeft, roept hij zijn oude huisknecht Zachar, die al even lui is, maar zijn meester uiteindelijk toch knorrig en mopperend bedient.
Andrej Iwanytsj Stolz, een jeugdvriend van Oblomov, is in alles diens tegenpool. Deze zoon van een Duitse vader is ondernemend, energiek, daadkrachtig en reislustig. Stolz probeert Oblomov telkens uit zijn lethargie te wekken. Soms lijkt het te lukken, maar als Stolz is vertrokken vervalt Oblomov vrijwel direct weer in zijn vertrouwde slaperigheid.
Dan gebeurt het onmogelijke: Oblomov wordt verliefd op Olga, een jong, mooi, intelligent meisje. En het is wederzijds! Even lijkt het erop dat alles toch nog goed komt. Maar om te trouwen moet hij zo veel regelen! Hij stelt het maar een dagje uit, en nog een en nog een. Opnieuw laat Oblomov alles door zijn handen glippen.
‘Waarom is alles mislukt?’ vroeg ze opeens, haar hoofd opheffend. ‘Wat is dit voor noodlot, Ilja? Wat heb je gedaan? Je bent goed, intelligent, zachtaardig, rechtschapen…en toch…ga je te gronde! Hoe komt dat? Er is geen naam voor dat kwaad…
‘Toch wel,’ zei hij nauwelijks hoorbaar.
Ze keek hem verbaasd aan met ogen vol tranen.
‘Oblomovisme!’ fluisterde hij.
Oblomov, Roman in vier delen, het bekendste werk van Ivan Gontsajrov, verscheen oorspronkelijk in 1859. Het boek laat zich nog steeds goed lezen, zeker in deze vertaling van Wils Huisman. Het tempo ligt voor de moderne lezer af en toe wat laag omdat de innerlijke roerselen en drijfveren van de personages breed worden uitgemeten. Heel af en toe krijg je het idee een deel uit de Bouqettereeks te lezen, met passages als ‘Waarom is juist mij dit ten deel gevallen? Peinsde ze deemoedig. Ze verloor zich in een stroom van gedachten, soms even huiverend van angst, dat dit geluk plotseling een einde zou nemen.’
Toch zijn dit maar bescheiden kanttekeningen bij dit meesterwerk uit de Russische literatuur. Het is nog steeds een zeer lezenswaardig boek met een tijdloos en universeel thema. Veel dialogen in Oblomov hadden gisteren geschreven kunnen zijn. Vooral de gesprekken met de knorrige knecht Zachar zijn meesterlijk en met veel humor neergezet.
Recente reacties