Tien zetels – Geert Dales5 min read
Waarschuwing: heb je verheven denkbeelden over het politieke bedrijf en wil je dat graag zo houden? Lees dit boek niet! Geert Dales was ooit diplomaat en directeur in de kunstsector, maar we kennen hem vooral als oud-wethouder te Amsterdam voor de VVD (de Noord/Zuidlijn), oud-burgemeester van Leeuwarden en voorzitter van de ouderenpartij 50PLUS. Dat laatste werd (overigens net als de begroting van die Amsterdamse metrolijn) een geweldig fiasco en daarover gaat dit boek Tien zetels van Geert Dales.
Nederland vergrijst en er is discussie over de pensioenen. In theorie is er een grote markt voor een partij die opkomt voor de belangen van ouderen. Maar helaas, verschillende pogingen zijn gestrand in ruzies en rellen. Het meest succesvolle voorbeeld was 50PLUS, maar ook deze partij is uiteen gespat. Bij de laatste verkiezingen in 2021 haalde de partij nog slechts één zetel. Zodra ze was geïnstalleerd in de Kamer kondigde de lijsttrekker aan dat ze uit de partij stapte en voor zichzelf begon, uiteraard met behoud van zetel en bezoldiging (daarover meer in ‘De toverstok van Vera Bergkamp‘ op de website van Geert Dales). 50PLUS staat momenteel op nul zetels in de peilingen. De partij is daarmee een stille dood gestorven.
Op zichzelf interesseert de partij 50PLUS me niets, maar een kijkje achter de schermen is altijd leuk. Dat geldt nog eens extra als Geert Dales het schrijft, want hij zegt het zoals het is en hij heeft een heel scherp pennetje.
Al snel merkte ik dat het politieke milieu bijzondere kenmerken vertoont. Wonderlijke omgangsvormen, een bovengemiddeld aantal rare snuiters, monoloog boven dialoog, poseergedrag, bovenmatig opportunisme, veel hypocrisie, onveilige werkomgevingen en een opvallend losse omgang met de waarheid en beginselen van moraliteit en integriteit.
Dales doet ook een poging om te begrijpen waarom dit zo is. In feite geeft hij in het volgende citaat aan waarom het adagium ‘macht corrumpeert, en absolute macht corrumpeert absoluut’ vaak waar is:
De uitverkorenen, de gekozen volksvertegenwoordigers in raden, staten en het parlement en de benoemde nomenklatoera op functies in het openbaar bestuur, verkeren in een uniek universum. Een universum waar geen leidinggevenden zijn, geen institutionele checks-and-balances bestaan, geen toetsings- of tuchtcommissies figureren en waar iedereen zijn eigen baas is. Regulerings- en controlemechanismen die in het gewone leven normaal zijn, zoals professionele selectieorganen die serieuze competentieprofielen hanteren, functioneringsgesprekken of arbeidsrechtelijke sancties, komen in dat universum niet voor. Je moet sterk in je schoenen staan of omringd zijn door de juiste mensen om in zo’n normatief vacuüm niet te gaan glijden.
De woekerpolissen die vrijwel alle grote banken en verzekeraars hebben verkocht (zeven miljoen in totaal, aan vier miljoen Nederlanders) door middel van een ‘geraffineerd en doortrapt’ opgezet systeem gaven de schrijver inzicht in de ‘handelwijze en het gebrek aan moraal van financiële instellingen’. Dat vormde een belangrijke motivatie voor hem om actief te worden in deze partij. Ook geeft hij aan waarom hij de VVD verliet, kort samengevat vanwege het beleid van Mark Rutte om machtsbehoud als doel op zichzelf na te streven.
Op een gegeven moment stond 50PLUS op tien zetels in de peilingen. Dat is dan ook de titel van het boek geworden. Vanaf dat punt ging het bergafwaarts. De eerste signalen kwamen al snel. Het begon met gerommel van het wetenschappelijke bureau van de partij, maar daartoe beperkte de ellende zich niet.
Als zich eenmaal een narrige, wantrouwige en afgunstige cultuur vol geroddel, gestook, gemanipuleer, oud zeer en vriendjespolitiek heeft gevestigd, de leiding het slechte voorbeeld geeft en ontsporingen niet worden afgestraft, is het heel moeilijk, zo niet onmogelijk, het tij te keren. Vroeg of laat gaat iedere organisatie aan zoiets ten onder.
Critici van Geert Dales zouden kunnen zeggen dat hij met het bovenstaande zijn eigen straatje wil schoonvegen. In zijn boek geeft hij zijn kant van het verhaal, de andere kant kent de lezer niet. Dales heeft hoe dan ook zijn positie beschadigd door zich als voorzitter te mengen in de strijd om het begeerde kamerlidmaatschap. Dat is natuurlijk de hoofdprijs voor elke partijtijger, niet alleen vanwege de riante betaling en dito arbeidsvoorwaarden, maar ook door de hoge maatschappelijke status en de egostrelende aandacht van publiek en media die het het lidmaatschap van de Tweede Kamer met zich meebrengt. Door zich in deze strijd te mengen stond Geert Dales niet meer boven de partij(en), maar verlaagde hij zichzelf tot een mededinger, een concurrent.
Het bleef schaatsen op flinterdun ijs, zeker nu er baantjes te verwerven waren. Hoe dichterbij de Tweede Kamerverkiezingen kwamen, des te meer de vooruitgang die in de voorgaande twee jaren leek te zijn geboekt verdampte in de blinde ambitie van de baantjesjagers voor wie niet de politieke doelen van 50PLUS, maar een plek op de kieslijst leidend was. Als muizen op de kaas kwamen ze erop af. Vrijwel het gehele actieve kader van 50PLUS had zich gekandideerd, terwijl iedereen, behalve zijzelf, zag dat het gros daarvan volstrekt ongeschikt was.
Met tien zetels (zoals de peilingen aangaven) was 50PLUS een aantrekkelijke coalitiepartner geworden, zo bedachten de actieve partijleden opeens. In dat geval zou men nóg hoger kunnen stijgen. Velen rekenden zich rijk en zagen zichzelf al als staatssecretaris of minister.
In juni 2020, midden in de coronatijd, nam Geert Dales definitief afscheid van de partij. Hij besloot er een boek over te schrijven om er lessen uit te trekken en ‘te voorkomen dat zulke partijpolitieke ontsporingen zich nog eens zouden voordoen.’ Dat laatste is natuurlijk een illusie, en wel om redenen die al blijken uit de bovenstaande fragmenten, die ik met instemming citeer. Een geschiedenis als die van 50PLUS zal zich nog vaak herhalen. Hoewel het heel zonde is van het belastinggeld dat er allemaal mee gemoeid is, hoeven we daar niet al te rouwig om te zijn, want partijpolitiek levert met alle schandaaltjes en de hele heisa ook kostelijk amusement op.
Het boek springt telkens vooruit en weer terug in de tijd, waardoor het levendig blijft. Geert Dales noemt naam en toenaam, dat maakt het pikant. Hij rept van ‘ijdele non-valeurs, in het leven teleurgestelde frustraten, machtswellustelingen, pathologische leugenaars, narcistische fabulanten en destructieve sociopaten’, aangevuld met ‘roddelaars, stokers, incompetente ijdeltuiten en valse rattenvangers’ alsmede een ‘stel irrelevante wannabe’s en bestuurlijke tuinkabouters.’ Kortom, Dales kijkt met veel liefde en respect terug op zijn vroegere partijgenoten.
Hij vat het hele avontuur samen in de woorden ‘onbenul, stupiditeit, amateurisme, egotripperij, achterbakse spelletjes, bedrog en verraad.’ Met de bovenstaande ingrediënten wilde hij eerst een roman bakken, maar ik ben blij dat het uiteindelijk een non-fictiewerkje is geworden.
‘U heeft de essentie van het boek treffend samengevat in de allereerste zin!’
– Geert Dales per email van 5 december 2022