Tot hier en nu verder – Erik de Vlieger3 min read

Erik de Vlieger werd rijk in het bedrijf met zijn vader (industriële naaimachines) en investeerde zijn vermogen in uiteenlopende bedrijfstakken, die steeds kapitaalintensiever en diverser werden, zoals scheepswerven, vastgoed, projectontwikkeling, media en een vliegmaatschappij.

Dat hij toch niet de Nederlandse Richard Branson werd, kwam mede doordat hij in 2004 werd meegesleurd in justitiële onderzoeken naar praktijken van Willem Holleeder en de vermoorde Willem Endstra. Het Openbaar Ministerie verdacht De Vlieger ervan dat hij een Amsterdams café door afpersing had verworven. De Vlieger heeft altijd ontkend en na slepende rechtszaken werd hij in 2011 vrijgesproken.

De aanleiding voor deze autobiografie is het gevecht om eerherstel dat Erik de Vlieger tot op de dag van vandaag voert. De Vlieger is een knokker met een uitgesproken mening, die hij tegenwoordig onder meer op Twitter ventileert. Daarbij blijkt hij te beschikken over een dosis gezond verstand en humor. Voor mij was dit alles de aanleiding om dit boek te lezen.

Het is een soort Ik, Jan Cremer geworden, met veel visserslatijn. We lezen hoe De Vlieger op jonge leeftijd seks had met zwoele negerinnen in het buitenland en hoe menige ‘brave borst’ die al dertig jaar in het vak zat, verbluft toekeek als De Vlieger achteloos weer een kunststukje uitvoerde. Hij ging zaken doen in Engeland en binnen drie maanden was hij dé dominante partij in het land. Ook de sprong in de wereld van het vastgoed was uiteraard een succesverhaal.

Tandenknarsend keken de institutionele en grote ontwikkelaars in hun grijze pakken toe bij onze verrassende opmars. We overtraden de wet niet, we waren populair, we kwamen ons woord na. We deden wat we wilden en zeiden wat we dachten. We waren gelukkig.

De Vlieger beschrijft zichzelf als een toffe vrijbuiter, met wie je goed zaken kunt doen, als je maar hard werkt, ‘want met gelul kon ik mijn rekeningen niet betalen.’ Een heel gewone jongen, met een grote bek en een hart van goud. Hij had een ‘heldendomstatus’ (schrijft hij zelf), die steeds toenam en de concurrentie had het nakijken. Een klein luchtvaartbedrijfje werd overgenomen en binnen een mum van tijd waren De Vlieger en co weer een speler van formaat op deze markt. Dit alles wordt gelardeerd met een paar leuke anekdotes, die De Vlieger ongetwijfeld in menige bar smakelijk heeft opgedist. Maar toen kwam de klap. Uitgebreid vertelt De Vlieger over de strafzaak en de behandeling die hem ten deel viel. ‘Het roofdier in mij was gewekt. En dan moet je echt opletten.’

Wat is de conclusie na het lezen van dit boek? Ik wens Erik de Vlieger het allerbeste hoop dat hij weer succes krijgt met waar hij goed in is. Of dat het schrijven van boeken is, betwijfel ik. Dit boek had hij beter door een professionele schrijver kunnen laten maken. De stijl, indeling en inhoud zouden er veel beter en evenwichtiger van zijn geworden.

Als lezer heb je niet zo veel aan een autobiografie, tenzij het een schrijver betreft, of misschien een groot staatsman aan het einde van zijn of haar leven. Maar ook dan krijg je te maken met een selectief geheugen en weet je nooit zeker of het hele verhaal wordt verteld.

De beste biografieën zijn toch het resultaat van gedegen speurwerk van een onderzoeksjournalist, die niet alleen de vrienden van de hoofdpersoon, maar ook vijanden en iedereen daartussenin heeft betrokken. Een schrijver die een zekere distantie heeft ten opzichte van zijn subject en zowel de vreugdevolle als pijnlijke kanten van iemands leven zonder pathos kan blootleggen.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *